Ieder mens wordt weleens afgewezen. Je kunt afwijzingen nauwelijks voorkomen, of je zou je leven ernstig moeten inperken. Bij het fenomeen “afwijzing” kunnen 2 vicieuze cirkels ontstaan:

  • Als je veel behoefte hebt aan contact met anderen en je angst voor afwijzing is niet zo groot, dan maak je vaker en gemakkelijker contact. Als je dan toch een keer afgewezen wordt, heb je een groot vangnet dat je helpt om de pijn van de afwijzing te verminderen, met als gevolg dat je angst voor afwijzing niet toeneemt en je contact met anderen zult blijven zoeken.
  • Als je veel behoefte hebt aan contact en je angst voor afwijzing is groot, dan zie je vaker signalen die wijzen op een potentiële afwijzing waardoor je eerder afstand zal bewaren. Daardoor heb je een kleiner of zelfs geen vangnet. Als je in die situatie afgewezen wordt, moet je de pijn alleen dragen, en daardoor wordt je angst voor afwijzing ook weer groter.

Hoe doorbreek je die vicieuze cirkel? Dat lukt alleen met heel veel moed en wat gezond verstand.

Begin met te bedenken welke contacten je zou willen hebben en waarvoor. Zo kan een bepaalde collega leuk zijn om mee te werken, maar niet om mee op vakantie te gaan. Zoek die gewenste contacten dan ook op de plek waar je ze kunt vinden. Wees reëel, de kans dat je op een begrafenis de liefde van je leven tegenkomt, lijkt door ‘feelgood films’ vele maten groter dan die in de realiteit is. En word je toch afgewezen, denk dan eens niet aan het verlies, maar bedenk hoeveel ellende je wellicht bespaard is gebleven.

Afwijzing komt ook voor in professionele context. Neem dit voorbeeld: 

Je hebt gesolliciteerd voor een functie als leidinggevende van je team maar je wordt afgewezen. Reden: niet voldoende leidinggevende kwaliteiten en te waardevol voor het team.

Je weet niet wat je erger vindt… dat ze vinden dat je niet voldoende leidinggevende kwaliteiten hebt of dat je vastzit in je rol binnen het team of dat nu een ander, een nieuweling nog wel, op de plek komt te zitten die jij zo graag wilde. Je bent boos, gekwetst en voelt je afgewezen.

Hoe ga je om met zo een teleurstelling?

De meest voor de hand liggende methode is de organisatie de schuld geven, troost zoeken bij je collega’s, de nieuwe leidinggevende de voet dwars zetten, en vooral laten zien hoe goed je wel niet bent. Dit levert echter verstoorde arbeidsverhoudingen op, en uiteindelijk heeft niemand daar iets aan. Daarom is het veel nuttiger om je af te vragen: waarom baal ik nu zo?

  • Waarom wilde ik die functie? Om het salaris, de eer, de erkenning? Of omdat ik het echt leuk vind om leiding te geven aan mijn collega’s?
  • Waarom wilde ik mijn huidige functie verlaten? Heb ik niet voldoende uitdaging meer? Wil ik me verder ontwikkelen? Is leiding geven echt de richting die ik op wil gaan?
  • Welke kwaliteiten heeft de nieuwe leidinggevende die ik niet heb? Wat kan ik van haar/hem leren?

Op basis van je antwoorden kan je bepalen of je écht wilt leidinggeven of een andere uitdaging zoekt. Dat vormt dan de leidraad bij een eerder constructief gesprek met je leidinggevende en/of HR.

Neem deze gedachte steeds met je mee:

“Als ik denk dat ik afgewezen word, word ik eigenlijk naar iets beters geleid ! “